Cursus - Wat ga ik doen - Opdracht 9


 4.1. Opdracht 9

Lees onderstaande tekst door:

Je gaat je eigen leerdoelen formuleren. Dit ga je doen volgens SMART. Waar staat SMART voor?

Specifiek

Omschrijf het doel duidelijk en concreet. Een doel moet duidelijk zijn voor iedereen, voor één uitleg vatbaar. Voorbeeld: Ik wil mijn rijbewijs halen.

Meetbaar

Je moet gemakkelijk kunnen beoordelen of je het doel hebt gehaald. Je hebt bijvoorbeeld je doel bereikt wanneer je daadwerkelijk je rijbewijs hebt gehaald.

Acceptabel

Het doel moet voor jou wel de moeite waard zijn om aan te werken. Voorbeeld: 1 keer in de week rijles.

Realistisch

Het doel moet wel gehaald kunnen worden, het moet voor jou bereikbaar zijn. Voorbeeld: Het rijbewijs halen binnen één dag is niet realistisch.

Tijdgebonden

Je moet een periode stellen waarbinnen je het bereikt wilt hebben. Je moet dus een deadline stellen. Voorbeeld: Ik wil mijn rijbewijs binnen een jaar halen.

Opdracht: Formuleer 3 leerdoelen

Nu je een aantal testen hebt gedaan en het een en ander over jezelf hebt moeten vertellen, ben je waarschijnlijk een aantal dingen over jezelf te weten gekomen die je misschien al wist, maar ook zullen er eigenschappen van jezelf duidelijk zijn geworden die je nog niet wist. Welke eigenschappen van jezelf kende je nog niet en aan welke eigenschappen zul je moeten gaan werken? Hiermee bedoelen we: welke leerdoelen kun je hieruit halen.
Formuleer tenminste drie leerdoelen aan de hand van SMART en vul het schema wat je hieronder kan downloaden.

Download hieronder het Word document met de vragen:

Jouw werk opslaan
Sla het resultaat van de nulmeting op in een bestand met de naam, "Opdracht 9 Leerdoelen" in de map "Opdrachten".